Veel mensen kennen de toepassing van oliepotloden niet, daarom laat ik graag zien hoe ik een portret in oliepotlood opbouw.  Het verloopt in verschillende fases.
Oliepotloden zijn professionele potloden gemaakt op basis van olie. De verwerking vindt zowel droog als nat - net zoals bij olieverf het verwassen met gamsol, lijnzaadolie of terpentine - plaats.
Als eerste wordt een schets in grafiet gemaakt van het uiteindelijke portret. Daarna begin ik altijd eerst met de ogen. Een oog lijkt misschien wel volledig zwart, maar dat zwart bestaat vaak uit vele schakeringen van blauw tot donkerbruin en uiteindelijk diep zwart. 

Ik zet de ogen eerst droog op met oliepotlood in verschillende kleurschakeringen. Als ik tevreden ben over het resultaat, werk ik het oog verder 'nat' uit: met een kwastje en een olieverfmedium. Zo creëer ik diepte en levendigheid. Hier komt weer een laagje potlood overheen, enz. Zo werk ik stukje bij beetje aan de tekening. Ik zet de basis op met droog potlood en werk het nat uit. Als dat resultaat is opgedroogd, werk ik weer verder met droog potlood, verwas het weer enzovoorts. Ik eindig droog om de details uit te werken. Zoals je merkt, bestaat een tekening uit heel veel laagjes. Ik eindig droog, om de details uit te werken. Het maken van een professioneel oliepotloodtekening is daarom zeer arbeidsintensief en tijdrovend.

Ik zet een portret op in delen omdat dat voor mij beter werkbaar is. Ik heb dan meer overzicht. Het duurt lang voordat je het gewenste resultaat hebt. Het maken van een gemiddeld portret duurt 10 tot 20 uur, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad en natuurlijk de grootte. Zeer grote portretten (A2 en groter) nemen wel 100 uur in beslag! Voordeel is dat je uiterst precies kunt werken. Je kunt er de kleinste details mee maken.
Potlood is een moeilijk medium, moeilijker dan verf. Dat komt omdat je met potlood "andersom" moet denken. Je kunt namelijk geen licht over donker leggen. Je begint daarom met de lichtste kleuren en werkt steeds donkerder. Soms teken je niet het onderwerp, bijvoorbeeld lichtgekleurde haren, maar teken je de negatieve ruimte, dus de schaduw onder de haren om zo de indruk van een haar te wekken.
Bij schilderen werk je precies andersom: je begint met donkere kleuren en schildert daar lichte kleuren overheen. In tegenstelling tot verf kun je bij potlood je fouten niet corrigeren! Je moet dus heel omzichtig te werk gaan! Goed letten waar het licht en de schaduw zijn en de tekening steeds verder uitwerken. Laagje, na laagje na laagje om diepte en nuance te creëren. Soms heb je wel 8 tot 10 lagen nodig om tot het gewenste resultaat te komen. 

Professioneel materiaal is daarom essentieel.  Het meeste papier is niet geschikt om zowel nat als droog te verwerken of om talloze laagjes op te maken. 
Ik maak daarom vaak gebruik van hoogkwalitatief aquarelpapier, zoals Arches of Fabriano: professioneel papier voor natte en droge technieken. Ook met andere papiersoorten geschikt voor oliepotlood krijg ik mooie resultaten.

Het uiteindelijke portret wordt gefixeerd om het te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Portretten worden gemaakt met professionele 100% lichtechte materialen. Dat houdt in dat je niet bang hoeft te zijn dat de kleur wordt beïnvloed door zonlicht of UV-straling. Zo blijft het portret meer dan 100 jaar mooi!